De volgende dag ging
ik met Thea de stad in. Informeren bij verschillende reisburo's. De prijzen waren
werkelijk zó hoog. Ook bij de navigatie gekeken, maar dat bleek ook onmogelijk.
Op het postkantoor lag een brief voor me van Trea Hummel. Een leuke brief. Van
Ida kreeg ik nog een brief van Jan. Zij was met Karin ons nagekomen met de
trein. Een tijdlang met een postbeambte gepraat. Hij vertelde hoe de mensheid
in Kameroen gekomen was. Op de muur hing een lijstje met de hiërarchie op dit
postkantoor. Hij vroeg m'n adres en we konden eruit begrijpen, dat z'n dochter
uit Parijs langs zou komen.
De stad viel toch wel
mee, nadat we wilde verhalen gehoord hadden. Verder mooi houtsnijwerk gezien
bij de artisanat; hele mooie stoelen. Ook de anderen hadden geïnformeerd naar
de vliegprijzen met hetzelfde resultaat.
Jan was ziek geworden.
De dokter konstateerde malaria en een liesbreuk. Zodoende viel de laatste avond een
beetje in het water. We gingen wel uit eten: Mieke, Grika, Samuël (een
Ethiopische banneling), Karin en Hans, Ida, Karin M., Johan, Toos, Hamdou en
Thea. Het was gezellig; wijnsalade, entrecote met gebakken aardappelen. Onder
het eten kwamen blinden bedelen. Bij het afrekenen ontstond heel even een
probleem, maar verder verliep het goed.
Mieke en Grika gingen terug en de "jongelui" gingen naar de disco. Heel Europees met Boney M! Kameroenese meisjes waren heel spontaan; soms leek het of we in een hoeretent waren. Om half 4 werd het tijd om te gaan slapen.
Mieke en Grika gingen terug en de "jongelui" gingen naar de disco. Heel Europees met Boney M! Kameroenese meisjes waren heel spontaan; soms leek het of we in een hoeretent waren. Om half 4 werd het tijd om te gaan slapen.
De volgende dag om
half 8 weer op. Dit zou de laatste dag moeten zijn. 10 maart. Eerst bij de
katholieke missie geïnformeerd naar plaats. Dat was er. Tot 4 uur had ik bijna
niets gegeten en wel aardig wat gedronken. Ik ging alweer bijna van m’n stokkie
en het was verstandig om maar even onder de wagen te gaan liggen om m’n
"roesje" uit te slapen.
Ik werd uiteindelijk
door Thea overgehaald om nog een nachtje te blijven. ‘s Avonds gingen we eten.
Bankjes op straat. Het eten werd daar ook klaargemaakt. Twee bakken salade.
Gebakken eieren, vlees en koffie. We waren zo’n 40 piek kwijt. Wel veel, maar
de moeite waard. Het was heel gezellig. Ook leuke mensen. Met Thea sprak ik af
dat we naar de missie zouden gaan, daarna kanoën op de rivier. Mieke en Corina
zijn de eerste twee die vertrekken, richting Kribi en ‘s avonds was er een
Zweed, die de volgende dag Grika en Toos meenam naar Lagos. Hij sliep ook onder
de wagen. De hele nacht hadden
we last van de muskieten. Het was ook zo heet.
Om half 8 ging de
wagen naar de wasserij. Alles werd buiten neer gezet. Openbare verkoop. Het
ontaardde in een grote warboel. Onze spullen tussen verkoopspullen. Bandieten,
voleurs. Geen echte serieuze kopers. Allemaal een beetje geld op zak. Men werd steeds
agressiever. Toen Jan met de hond eraan kwam, werden er zelfs messen getrokken.
Gelukkig liep het met een sisser af.
Slaapplaats van Arne onder een afdakje bij de missie. |
Wachten, wachten op
wat Thea nou zou gaan doen. Tot het me veel te lang duurde en ik m’n spullen
pakte. Zij ging mee, maar om afscheid te nemen. Het afscheid van de anderen
ging snel. Karin en Ida zijn inmiddels ook al weg.
Bij de missie was
helaas geen plaats. We doolden door de stad op zoek naar een andere
slaapplaats. Zonder sukses. In het zwembad van de missie gezwommen. Bij een
buro voor vreemdelingen nog geïnformeerd. Hier nam men ons mee naar het
zeemanshuis en ja hoor de Evangelische kerk. Met een smoesje heb ik toen maar een
kamer genomen in het gebouwtje. Zo kwam het dat ik lopend met m'n bagage
terugkwam van een koude kermis. Ook met Jan over het haventerrein geweest. Een
mogelijkheid om terug te gaan naar Nederland?
Nog even geslapen en
daarna met Thea en Pieter op dezelfde plek gaan eten als de dag ervoor. Pieter
ging achter de vrouwen aan en wij terug. Hans en Karin vertrekken morgenvroeg naar Kribi.
Ik lig op bed te schrijven. Een mooie grote kamer, douche, propeller en muskieten. Weer helemaal bijgeschreven. Morgen weg. Liften. Alles achterlaten. Ik wil weg. Stilletjes. Tijd om de reis te overdenken.
Ik lig op bed te schrijven. Een mooie grote kamer, douche, propeller en muskieten. Weer helemaal bijgeschreven. Morgen weg. Liften. Alles achterlaten. Ik wil weg. Stilletjes. Tijd om de reis te overdenken.
's Ochtends ging Thea
met Harndou naar een koper van de auto, en ik nam afscheid.
Het duurde niet zo
lang meer voor ik vertrok. Pakte m'n spullen en nam afscheid van iedereen. Van
Pieter, die de nacht aan de zwier was geweest, van Johan, Arne. Bedankte Jan
en Herman voor de goeie reis. Jan wilde ons nu wel weer eens in Amsterdam
terugzien. Afscheid van Sarnuël, de Ethiopiër. M'n bagage (koffer en tent) liet ik
achter in het missiehuis. Lopend ging ik weg. Piet stak
z'n duim nog even op. Ik keek niet meer om en het afscheid viel best mee. Een
stuk gelopen en wie kwam ik weer tegen. Karin en Hans. Ze hadden de bus
gemist naar Kribi. Nog even wat gedronken en toen echt weg, met een taxi naar
Buea.
De reis vervolgde ik alleen, naar West-Kameroen (Buea en Bamenda), later naar een school ten oosten van Douala , en tenslotte met busjes en trein naar Kano |
In Kano was mijn terugvlucht op 17 april 1981 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten