Een nachtelijke rit
van Buea over Nkongsamba, Bafoessam naar Bamenda. 's Middags m'n kaartje
gekocht en ’s avonds de rest betaald. Om 8 uur moest ik er zijn en om 9 uur
riepen ze me om te vertrekken. Afscheid genomen van m’n vrienden en 10 uur
vertrokken we dan eindelijk. Nog even tanken en we stonden even later weer
stil. De chauffeur ging naar z'n huis toe om vrouw en kinderen gedag te zeggen,
even te eten en te douchen. 11 uur. Een uurtje rijden en weer stil. Een kollega
had pech met een as en men is altijd nieuwsgierig. Goed, dat duurde ook weer
een tijdje; nog een paar nieuwsgierige chauffeurs stopten. Vertrek. Maar nu
kregen wij pech: een lekke band. Het ongemak was snel verholpen. Allemaal er
uit en opkrikken, band wisselen en weer verder rijden. Het leek wel een rally. En verder
ging de nachtelijke rit. Steeds verzitten in de auto. Het raam, waarbij ik zat
ging steeds open. Het was koud. Echt krap zaten we gelukkig niet, steeds
kwamen er weer mensen bij en gingen er later weer uit. De hele nacht mensen op
straat! De chauffeur reed hard, heel hard, tot 130 km/h. Donker. De binnenbochten
nemend. Om 3 uur stopten we bij een nachtclub, waar hij een pilsje ging
drinken. Hij gaf mij ook een drankje. En verder gingen we weer, nu minder hard.
Het werd heuvelig. Even later reed hij de auto een zandpad op, zonder ook maar
iets te zeggen, gooide hij de lichten uit en ging slapen, een uurtje. Ging
daarna buiten pissen en toen een auto langs kwam, gooide hij de lichten aan en
ging deze achterna. Met licht waren we in Bamenda, waar ontbijt en thee
klaarstond in het autopark. Nog een uurtje in de auto geslapen, met m' n kop
buiten het raam.
Ik werd bij Thomas
Ndinayi en familie heel hartelijk ontvangen. In Buea hadden ze me hun adres
gegeven, en gezegd dat ik bij hen kon logeren. Meteen werd me een kamer met bed
gegeven. Het bed klaargemaakt en warm water om me te wassen. Na de vermoeiende
nachtelijke reis kostte het me geen moeite om het grootste deel van de dag te
slapen. Het echtpaar had (nog) geen kinderen. In het huis waren verder nog wel
enkele ‘relatives’. Een broer van hem, die wat minder intelligent was, en in de
huishouding werkte, noemden ze Boy! Een meisje die geadopteerd was en ook in de
keuken werkte. Verder nog een nicht en neef, die beiden naar school gingen. Ook
zij hielpen 's avonds mee. De ‘bedienden’ aten niet mee aan tafel. Aan alle
kanten werd je bediend, zo netjes, dat ik er wel eens van walgde. Ze werden ook
gekommandeerd. "Haal me dit, haal me dat". Ook sociaal werk! Boy
Raphaël probeerde nog wel een vak te leren en een andere baan te vinden.
De echtelieden voerden
zelf vrij weinig uit in het huis. Overdag werkten ze. Hij had in Engeland gestudeerd,
4 jaar, en was nu Provincial Chief of Telecommunication. Zij werkte op het
kantoor van de gouverneur van NW Province. 's Middags gebruikten ze hun siësta.
Ze werkten van 8 tot 2.30 uur. 's Avonds gingen ze uit of ontvingen gasten. Ze
waren hoog ontwikkeld. Hun Afrikaanse humor was heel geestig. Ook mopjes over
Nederland. Beneden zeepeil? Als je uit het raam en naar boven kijkt dan zie je
de zee. Heel bijzonder. Een berg van 300 meter? Het waren heel vriendelijke en
gewone mensen.
's Avonds boodschappen
doen op de markt. Het sociaal leven was daar heel mooi. Praatjes met winkelbediendes,
marktkoopvrouwen. Met de katholieke kerk voelden ze zich sterk verbonden. De
eerste avond dat ik er was, probeerden ze te beginnen met een soort prayergroep om wat
serieuzer met het geloof bezig te zijn. Tom verzorgde vooral het innen van
giften en schreef allerlei mensen aan. Hij deed het met plezier. Het .huis zag
er ook aan alle kanten ‘christelijk’ uit. De vele Jesus Christ kalenders, een
kruis, de pauzen en een Mohammedaans borduursel! Het hele leven is zo vermengd
met religie. Zo nu en dan werd de bijbel gepakt om gewoon een stukje te lezen.
Naar muziek geluisterd. Hij had nogal veel Engelse singles uit z'n
studieperiode '70-'74. LP's waren ook verweven met religie. Zo geïntegreerd in
hun samenleving.
's Avonds was er een rust, niets te merken van
een drukke, verantwoordelijke baan. Hun kleding was heel mooi, elke avond weer
wat anders, soms heel grappige, als opperhoofd en echtgenoot. Lieve, grappige
mensen. In Europa werd hem gevraagd waar hij vandaan kwam en of hij die en die
ook kende uit Oeganda. Hoezo. Nou, die komt toch ook uit Afrika. De wisseltruck
in Dijon met de free meal kaart en betrapt. "Isn't this me?". Ontwikkelingshulp.
Eenpartijstelsel. Eén doel voor het oog: development en daarom één partij die
dat voor ogen houdt. Ze willen graag ontwikkelen, maar niet ten koste van de kultuur. Telefoonverbindingen met het buitenland en tussen grote steden
zijn nodig, niet tussen de dorpen. Dat moet gewoon op de traditionele manier
gebeuren: mondelinge overdracht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten