Om 6 uur wakker
gemaakt door de gong van de kerkdienst. Houten ronde palen en een kathedertje.
Een crucifix aan de muur. Achter het kerkgebouwtje een 'WC'.
Gezamenlijk aten we havermout. Kinderen zien eten is een sprookje van
Afrika. De melk gleed langs hun mondjes. Een jongetje was met twee lepels
tegelijk aan het eten. Ook de overburen kregen te eten. De kinderen kregen
knikkers en ballonnetjes.
Dokter. De patiëntenboeg nu: Corina heeft grote bulten op haar benen. Phenergan-crème tegen de jeuk. Hans met de gevolgen van een avondje stappen. Die heb ik ook. Gekneusde vinger van Grika. Hamdou met kiespijn en diarree. Verder een sfeertje wat overgebleven was van gisteravond. Piet loopt nog met een verband om z'n pols. Hij had een stuk staal tegen z'n pols gehad. Verder had een oude man reuma aan z'n handen. Onze gastheer had last van de stoelgang. We gaven hem wat laxeermiddelen. Nog een man met last van de maag. Wel leuk zo!
Afscheid genomen van
deze lieve mensen en kinderen. 8 uur vertrek, na de afwas. Langs de weg veel
graven met grote zerken. Belangrijk hier. Half 9. Lekke band en de krik is weg.
Problemen. We staan nu in het oerwoud. Een paar zijn vooruit gelopen. Rechts staat een
graf met een kruis erop. Het is hier een katholieke omgeving. Half 10 nu en er
stopt net een auto met waarschijnlijk wel een krik. Nee. "We redden het
waarschijnlijk zelf wel", zegt Herman.
Nog even een briefje
naar huis geschreven en om half 4 reden we weer. In Minta stopten we. In de
Auberge aten we rijst met ossevlees. Een mooi restaurantje met goede bediening.
Prachtige stoelen van riet en mooie tafels. Wijn en gebakken banaan. Voor 4
piek. Heerlijk. In het restaurant kregen we apevlees te proeven. In het dorpje
ook allemaal vriendelijke mensen. Bananen voor 5 cent. Voor de derde maal een
mesje gekocht en ik heb het nog steeds. Bij een dispensaire gaf ik de
medicijnen af aan een verpleegster. De dokter was er niet. Daarna stopten we in
Nanga Eboko. Een leuk plaatsje. We haalden water uit een put en vulden de jerrycans.
Op de markt kregen we weer veel belangstelling. Een mooi meisje stond in de
biertent. Veel muziek overal, reggae. Stevie Wonder hoor je ook overal.
Verder gereden naar
Akak waar we de wagen neerzetten voor de nacht. Een beetje vroeg gestopt, omdat
Herman weer last had van een nieraanval. Hij zag er slecht uit. Geeuwde veel en
was een beetje suffig. We stonden voor het huis van het 'opperhoofd',
de chef van het dorp, z'n zoon, met z'n 3 vrouwen en kleindochter, Antoinette.
Zij was getrouwd met een Duitse arts, maar wou daar niet wonen. Moeilijkheden
genoeg. De mensen waren veel minder vriendelijk dan in het vorige dorpje.
We aten erwtensoep met
thermieten. De thermieten, insekten, hadden we van hen
gekregen. Ze waren al voorgebakken. Ook levende thermieten gegeten. Het diertje
wandelde nog op m'n tong. De vleugels moest je niet op eten, en eraf trekken.
De avond werd wat
pratend doorgebracht. Er waren gebakken pinda's, wat bier en Arne had een
hasjpijp van een flessehals gemaakt. Ik bekeek de scène zo een beetje. Het was
minder leuk dan de vorige avond. Ik besloot om terug te gaan naar Nanga Eboko.
Ik vertelde tegen Thea dat ik weg ging en niet wist of ik de volgende ochtend
terug zou zijn. Lopend door het grote bos. Er was weinig te zien. 50 meter
zicht op de enigszins witte weg. Overal geluiden in het bos. Veel krekels,
papegaaien en apen. Maar ook kikkers en verlichte vlinders. Het angstigste van
de hele trip waren de voorbijsnorrende wagens. Je hoort ze bijna niet aankomen.
In het bos rook het ook lekker, soms strontlucht. Langs de kant kon ik nog net de
huisjes zien. Zelden verlicht.
In Nanga Eboko, na een
uurtje, was er verlichting. Een grote generator aan het begin. In het centrum dronk
ik een pilsje in een bar. Het was er niet zo leuk als 's middags. Ze begonnen
aan m’n kleren te trekken en vroegen om een pilsje. Het bier dat ik dronk was niet
goed, ze wilden alleen "33" bier. Ik had het al snel gezien en was dus
ook snel vertrokken. Het stadje stond me tegen. Allerlei mensen die naar
me keken. Ik voelde me bedreigd. In het hotel iets buiten de stad dronk ik nog een
pilsje. Met de barkeeper praatte ik nog een tijdje. Er was nog nooit een
Nederlander in het hotel geweest. We bekeken het register. Veel Fransen en
Duitsers, experts en ingenieurs. Mooie reggaemuziek. In het dorpje waren veel
kroegen. Het alkoholisme viert hoogtij, ook hier.
Lopend
terug, nog een half uurtje langs de kant geslapen. Om 2 uur was ik terug. M'n
slaapzak had Hamdou ingenomen. M'n kussentje Ida. Ik praatte nog even met
Johan. In de bus sliep ik nog een paar uur. Trok de bontjas van Ida maar aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten