Nu na twee weken
Engeland, probeer ik maar weer eens een apestaartje te schrijven. Het is net
alsof ik twee verschillende levens leid. Een beetje gespleten word ik al. Met
de eurostar was het goed reizen, alleen kostte het me wel een hele dag. Acht
uur vanaf Waterloo Station naar Harderwijk. In Brussel kon je met een grote
duwkar op de roltrap. Fantastisch. Het ging nog goed ook. In Rotterdam sloeg me
de kou om de oren. Het was 1 °C.
Tijdens de drie weken in Nederland is de temperatuur daarna op één dagje na
niet meer boven nul geweest. Met de neus in de boter dus. Ik kan me weinig
strenge winters zoals deze herinneren of komt het omdat wij de meeste winters
in Afrika zaten. In ieder geval was het veel ijspret. Pas zaterdags voor
vertrek had ik het schaatsen weer goed onder de knie en ook wat conditie
opgebouwd. Een stukje van de Veluwemeertocht geschaatst, de stompe toren van
Elburg gezien en weer terug naar Harderwijk. Prachtig. Het valt hier in
Engeland niet goed uit te leggen wat het is, om op zo’n grote ijsvlakte met
honderden tegelijk te schaatsen. Het is alsof je langs een stilstaand landschap
uit de tijd van Anton Pieck schaatst. Toen ik zondags vertrok, viel de dooi
gelijk in. Het was heerlijk om weer thuis in Nederland te zijn. De zware koffer
met goede studieintenties heb ik maar weer meegezeuld naar Londen.
Hier dus weer een
ander leven. Het is inmiddels flink aanpoten met m’n studie. We doen nu twee
vakken in blokken van 5 weken. Ik heb gekozen voor Health Care Evaluatie en
Statistische Methodes in Epidemiologie. Voor het eerste vak moet ik aan het
eind van de rit (dus midden februari) een evaluatiestudie schrijven over het
effect van de bestrijding van malaria met muskietennetten. We worden met
terminologie als efficacy, effectiveness, equity en efficiency geconfronteerd.
We hebben een werkgroepje van 7 studenten, herkauwen de stof en bespreken de verschillende
aspecten van dit soort evaluatieprogramma’s. Aan het eind moet iedereen een
essay inleveren.
Vandaag had ik les in
het tweede vak (SME). Twee uur college en drie uur computerwerk met
statistische programma’s. Het was erg taai vandaag. We hadden het over loglikelihood
ratios. Ik zal eens proberen een formule uit onze les van vandaag op papier te
zetten, om te laten zien hoe angstwekkend dit er wel niet uit ziet:
, (Gussian likelihood!).
Andere delen van dit vak zijn veel leuker. Zo
krijgen we echte databases en kijken wat risicofactoren zijn. Zo heeft men in
1967-69 van zo’n 20.000 mensen een aantal variabelen (roken, leeftijd, werk,
onderwijs, cholesterol, etc.) vastgelegd en heeft men vervolgens deze cohort
vervolgd. De uitkomst (in dit geval dood) is vergeleken met deze variabelen. Zo
heeft men o.a. vast kunnen stellen dat lange mensen langer leven. Factoren in
de vroege jeugd bepalen de mortaliteit op latere leeftijd. Dit geeft misschien
ook een beetje aan waar een groot deel van mijn studie over gaat, het richt
zich op populaties en veel minder op individuen. In de laatste week krijgen we
een database en moeten dit dan uitpluizen en beschrijven. Wel leuk.
Op de school worden
tussen de middag en na 5 uur vaak nog andere praatjes gehouden. Deze week waren
er twee aardige voordrachten. De eerste ging over BSE en vCJD (bovine
spongiforme encephalopathie en variant Creutzfeldt-Jakob Disease). De
voorzitter van de BSE committee hield een verhaal over de stand van zaken. Wel
goed voor me, omdat ik zelf weinig gelezen had over deze epidemie. In Ghana
leek het allemaal erg absurd: gekke koeien, veestapel slachten, enzo. In een
uurtje ben ik dus aardig bijgeschoold. 160.000 koeien in UK hebben de ‘mad cow
disease’ gekregen, en naar schatting waren er zo’n 1.000.000 geïnfecteerd. 14
mensen hebben de CJD ziekte opgelopen en 12 zijn overleden. De verwachting van
deze professor was dat er nog tussen de 100 en 10.000 gevallen van CJD zich
zullen voordoen... Inmiddels is BSE ook actueel geworden in Nederland. Wie
heeft die koe nou opgegeten, wanneer en waarom?
Gisteren was er een
college over vruchtbaarheid en bevolkingsgroei. “De bevolkingsgroei zal nooit
meer zo hoog zijn als in de negentiger jaren”, stelde de demograaf. Bijna in elk
land met een hoog geboortecijfer, is dit aan het afnemen. De bevolking zal zich
echter nog wel verdubbelen tot 9-10 miljard in 2050. Er zal dan een hoge druk
zijn op het milieu, voedselproductie, werkgelegenheid en onderwijsvoorzieningen.
Het vooruitzicht is een verstedelijkte, geriatrische bevolking in 2050. Ik ben
dan 91, bij leven en welzijn...
Afgelopen weekend ben
ik naar een wedstrijd van Arsenal geweest. Wedstrijden in Engeland zijn bijna
altijd helemaal uitverkocht en erg sfeervol. Arsenal speelde tegen Everton en
won met 3-1. Bergkamp was in een glansrol. Hij tikte het eerste doelpuntje
erin. Je kunt in Engeland overal op wedden, de ruststanden, en dus ook op wie
het eerste doelpunt maakt. Bergkamp stond 5/1, Ian Wright stond op 3/1. Dus voor
elke pond op Bergkamp had ik er 5 terug gekregen. De kranten waren ook erg
lovend over Bergkamp. Dit zijn de superlatieven uit The Times: “Stylish Bergkamp”, “in such resplendent
form”, “From the beginning Bergkamp appeared a man on turbo control”, “Bergkamp,
only using the instep of his right boot, let the ball fade elegantly off him
into the net”, “Yet Arsenal waited too long to exploit Bergkamp‘s graceful
omnipotence”. Nou daar kan je
wel mee thuis komen, dacht ik.
Tot slot zal ik proberen in elke brief iets
(eigen)aardigs over de Britten te vertellen, zoals het feit dat men bang is
voor hondsdolheid via de tunnel (er kunnen daar toch ook beesten door
kruipen!). In een Engels boekje over Internetadressen vond ik een uitleg waarom
Amerikanen hun landcode niet gebruiken: zij hebben namelijk het Internet
uitgevonden, net zoals Britse postzegels geen landnaam hebben omdat “wij” de
postzegel uitgevonden hebben!