Na een laatste hectische
week in Nederland en een veel te snel afscheid is de reis weer begonnen.
Inmiddels ben ik ruim een week onderweg en begin me een beetje te settelen. Het
is wel fijn om weer in een vertrouwde stad terug te zijn. Het maakt het wennen
wat makkelijker.
Nairobi is een moderne
Afrikaanse stad met veel wolkenkrabbers, rechte wegen en natuurlijk erg druk.
De meeste mensen verplaatsen zich in de overvolle matatus (busjes). Ik zat
dichtbij het WHO-kantoor, dus kon te voet, onderweg vaak nog even een broodje
en drankje meepikkend. Het ontbijt had ik maar laten zitten in mijn hotel
booking, want dat gaf een extra charge van $13. 's Avonds at ik meestal in
het hotel. Op een avond ben ik nyama choma gaan eten op aanraden van iemand
van de WHO. In het restaurant zoek je eerst een stuk vlees uit, dat daarna op
de grill gaat. Ik koos voor een 'arm' van een geit. Eenmaal klaar komt vervolgens
een ober met een groot mes de poot serveren. Het vlees wordt van het bot
gesneden en in 'hapklare brokken' voor je neergelegd, zodat je daar dan een half uur
je gebit op kan oefenen. Gelukkig had ik de dental flosh wel meegenomen. Andere essentiële
spulletjes begon ik inmiddels al wel te missen, zoals de wereldontvanger. De
uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen weet ik dus niet; wel dat Ajax met 3-0
van NEC won en wie de doelpunten maakte (uit de Keniaanse "Daily Union") of dat
Ajax voor de Europacup verloor van Spartak Moskou (KNBC).
Het was trouwens helemaal
een déjà-vu gevoel. Op Nairobi Airport moesten we eerst de koffers
identificeren, die naast elkaar op een rij naast het vliegtuig stonden. De verf
was een beetje aan het bladderen van het vliegtuig, een Boeing 747 van Aero
Zambia. Ook de service was erg Zambiaans. Vriendelijke stewardessen, echt 'vliegtuigvoedsel' en 'Zambiaanse statements'. Zo stond erop het
noodlandingsformulier dat indien we op het water zouden landen, de business
class life-jackets onder de stoel konden vinden. "Economy class use seat
cushions"! Ik prees me even gelukkig dat ik business vloog, maar zag al
snel dat ook de business niet voorzien was van life-jackets. Anyway, zonder al
te grote problemen, kwamen we aan op het vliegveld.
Op het eerste gezicht lijkt er niet veel veranderd. Veel herkenning van wegen, gebouwen, etc. De kwacha is veranderd. Het gezicht van Kaunda staat er niet meer op, trouwens ook dat van Chiluba niet. Kochten we in 1989 een Mosi voor 4 kwacha; bij vertrek moesten we ruim 100 kwacha betalen. Nu, in 1998 betaal je2500 in een lux hotel (800 in de winkel). De bierprijs is beste
indicator die aangeeft door welke moeilijke tijden Zambia is gegaan en nog steeds
gaat.
De laatste dagen in
Nederland waren vol stress. Het leek wel een examenperiode. Ik heb aardig
toegelegd op m'n slaap, het ging eigenlijk vanzelf. Er was een dag, ik geloof
woensdag, toen ik al rond half 5 wakker werd en begon het boek te malen in
mijn hoofd. 's Avonds had ik met Rob afgesproken en was ik geloof ik om een uur
of 3 's nachts thuis. De dagen erop waren ook zo, zodat ik er vrijdagmiddag echt
doorzat. Gebrek aan rust, slaap en eten. De volgende ochtend bijna verslapen,
de laatste spullen op achterbank van de auto ingepakt en naar het vliegveld.
Nauwelijks nog tijd om afscheid te nemen, zat ik daarna in het vliegtuig bij te
komen met het eerste kopje koffie van die dag. Een comfortabele vlucht met allerlei
lekkere hapjes, de nieuwe James Bond en het onvermijdelijke KLM-huisje.
Aangekomen in Nairobi
zocht ik tevergeefs naar het bordje "de Vries" of wat er ook maar
enigszins op leek. Uiteindelijk met een taxi door donker Nairobi naar een
hotel. Zondag lekker bijslapen en bijkomen aan de rand van het zwembad. Ook de
volgende dagen bleef het rustig. De persoon die ik in Nairobi moest zien "had travelled" en was maandagochtend naar Addis vertrokken. Op het
WHO-kantoor kon ik me rustig door allerlei files werken.
Het WHO-kantoor Nairobi is tevens regionaal kantoor voor Oost-Afrika waar
ook Zambia onder valt.
The Panafric Hotel in Nairobi. |
Mijn vlucht naar Lusaka
kon met een dag uitgesteld worden en voordat ik donderdag wegvloog kreeg ik
mijn 'briefing' van de Amerikaan verantwoordelijk voor het programma. En toen
echt onderweg... De vlucht naar Lusaka was exciting, een prachtig landschap
vanuit de vlucht. Toen de piloot meldde dat we over Mpika gingen vliegen, heb
ik de stewardess gevraagd of ze dat nog een keer wilden herhalen als
we echt boven Mpika zouden vliegen, wat dus ook gebeurde. Vanuit de lucht kon ik
Mpika, Tazara, de Kasama Junction zien en herkende ik een witte enclave, wat
volgens mij Chilonga moest zijn. Je kunt je wel voorstellen hoe opgewonden ik was.
Het cirkeltje op de foto is de 'witte enclave'. |
Op het eerste gezicht lijkt er niet veel veranderd. Veel herkenning van wegen, gebouwen, etc. De kwacha is veranderd. Het gezicht van Kaunda staat er niet meer op, trouwens ook dat van Chiluba niet. Kochten we in 1989 een Mosi voor 4 kwacha; bij vertrek moesten we ruim 100 kwacha betalen. Nu, in 1998 betaal je
Geen opmerkingen:
Een reactie posten