zaterdag 29 november 2014

Christiania, Denemarken

Christiania zat altijd in mijn hoofd. Volgens mij las ik er over nadat ik in 1982 / 1984 voor het eerst in Kopenhagen was. In die jaren was het een bekend krakersbolwerk en dat boeide me toen en nu nog steeds. Vandaag had ik nog een paar uurtjes om wat van de stad te zien en liep naar de wijk Christianshavn. Ik dacht dat dit het beruchte gebied was en wilde al teleurgesteld weglopen omdat deze wijk net is zoals vele andere stadswijken. Ik keek nog eens goed op de kaart en zag gelukkig met kleine letters de naam 'Christiania' staan. Na een paar zijstraten was duidelijk dat ik in de buurt was: veel jongeren, capuchon over het kortgeknipte haar, snellopend naar één plek. Ik ging ook door de poort naar binnen en had geen idee wat me te wachten stond.
Een groot omheind complex - het was ooit een kazerne - met oude hallen, opgeschilderde woningen en nog een paar werkzame bedrijfjes zoals een smid, een winkeltje. De core business was duidelijk. Tientallen kleine winkeltjes waar achter een camouflagegordijn hasj en andere softdrugs werd verhandeld. Bij de vuurkorven stonden mensen te posten om de vrijehandel te bewaken. En overal posters dat fotograferen verboden was, omdat hasj in Denemarken illegaal is. Op de terrasjes zaten jongeren rustig bij elkaar, in de kou, allemaal met een stoomboot in de hand.

Bij een 'organic food' restaurantje liep ik naar binnen. Aan tafel zat iemand wortels en komkommers te snijden. Een kopje warme soep met bruin brood leek me wel lekker, maar het werd me snel duidelijk dat hier niet gepind kon worden. Tja, ik had geen Deense kronen in mijn portemonnaie omdat je buiten Christiania alles pint.

dinsdag 11 november 2014

Poppy (klaproos), Londen

Het was dinsdag doodstil in de John Snow collegezaal van de London School of Hygiene & Tropical Medicine in Londen. De voorzitter van het tbc-symposium had iedereen gevraagd om 11 uur terug te zijn voor de twee minuten herdenking. Op 11 november herdenkt Engeland en veel andere landen zijn vele doden van de Eerste Wereldoorlog. De oorlog die 100 jaar geleden begon en op 11 november 1918 eindigde. Legers zaten jarenlang tegenover elkaar in de loopgraven en werden er zo nu en dan uitgestuurd om door kanonnen weggevaagd te worden. Ook herinner ik me een verhaal dat rond de kerst de soldaten van beide kanten tijdens een staakt-het-vuren met elkaar babbelden. Wat is dat toch, oorlog? Conny Braam beschrijft in haar boek 'De handelsreiziger van de Nederlandse cocaïne fabriek' op indrukwekkende wijze de verschrikkingen van die tijd.
De klaproos (poppy) is hét teken van de Eerste Wereldoorlog. De klaproos groeit namelijk goed op omgeploegde aarde. Het verhaal gaat dat de bloem zo rood kleurt door het bloed van de gesneuvelden. De velden in Vlaanderen liggen er vol mee. Dit is een gedicht dat in 1918 al werd geschreven:
In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields

Vertaling: In de velden van Vlaanderen bloeien de klaprozen. Tussen de kruisen, rij aan rij, die onze plek markeren; en in de lucht vliegen leeuweriken, nog steeds dapper zingend, zelden gehoord te midden van het kanongebulder. Wij zijn de doden. Enkele dagen geleden leefden we nog, voelden de dagenraad, zagen de zon ondergaan, beminden en werden bemind en nu liggen we in de velden van Vlaanderen. Zet ons gevecht met de vijand voort: tot u gooien wij, met falende hand, de fakkel; aan u om het hoog te houden. Als gij breekt met ons die sterven, zullen wij niet niet slapen, ook al bloeien de klaprozen op de velden van Vlaanderen.

Het klaproosje wordt in november door veel mensen gedragen om niet te vergeten.

De telefooncel doet tegenwoordig dienst als iPhone-oplader
Geen bezoek aan Londen zonder bezoek aan King & Queen

zaterdag 1 november 2014

De wereldtuberculoseconferentie, Barcelona

Elk jaar organiseert "The Union" een wereldtuberculoseconferentie waar de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen worden besproken. Dit jaar in Barcelona. Gerenomeerde tbc-onderzoekers, jonge onderzoekers, bestijders uit meer dan 100 landen komen hier bij elkaar. Totaal zo'n 3000 deelnemers. Bij de openingsessie op woensdag spraken de ministers van gezondheid van India en Zuid-Afrika. Twee landen die zwaar geraakt worden door de tbc-epidemie. India heeft absoluut het meeste aantal patiënten in de wereld en Zuid-Afrika relatief het meeste. Bijna 1% van de bevolking krijgt daar tuberculose. Elk jaar. De kans dat je in Zuid-Afrika eens in je leven tuberculose doormaakt is aanzienlijk. Veel hoger dan ooit in Nederland is geweest. Een Zuid-Afrikaanse patiënte hield een vlammend pleidooi voor kortere behandeling. Nu moet je minimaal 6 maanden pillen slikken. Vaak meer dan 10 pillen per dag. En dat is alleen nog maar als de bacterie goed gevoelig is. Want als de bacterie resistent is duurt de behandeling minimaal 20 maanden, met meer medicijen en veel meer bijwerkingen. Nick Herbert, een 'member of parlement' uit Engeland, maakte de meeste indruk. "Stand-up", sprak hij, "accepteer niet dat elke dag 4000 mensen doodgaan aan tuberculose" (net zoveel als nu in totaal aan ebola zijn overleden). "Stand-up voor een ziekte die meer doden heeft gemaakt dan enige andere infectieziekte". "Stand-up!". En de zaal stond (uiteraard) op. Dat moet ook gebeuren door veel anderen in de wereld: meer onderzoek, meer geld, meer personeel. 
Met Koen Andries (Janssen, België), de ontdekker van bedaquiline, een nieuw medicijn tegen tuberculose
Bijeenkomst van de Big Cities working group (donderdag)
De conferentie is ook één grote ontmoetingsplaats. Ik ken ondertussen aardig wat mensen in de tbc-wereld. Veel gelegenheid om je netwerk te onderhouden of om  zaken te doen. Zo had ik een afspraak met een Belgisch apotheker/farmaceutisch bedrijf om levering van medicijnen aan de Nederlandse markt te bespreken. Nu tuberculose zover teruggedrongen is in Nederland, zijn bedrijven niet meer geïnteresseerd om deze medicijnen te produceren. Gisteravond belandde ik onverwachts, na een tip van een Engelse collega, bij de borrel voor alumni van de London School of Hygiene & Tropical Medicine. Typisch Engels om bij grote gelegenheden oud-leerlingen bij elkaar te brengen. En ondanks dat ik bijna niemand kende, was het reuze gezellig in de Beach Club met een mooi uitzicht op de Middellandse Zee.
Meeting Wolfheze financing working group bij WHO Barcelona, Sant Pau Hospital - nu Werelderfgoedmonument (op maandag)
Ik ben al sinds zondag in Barcelona, want veel organisaties plannen side meetings voor, na of tijdens de conferentie. De dagen vliegen voorbij. Vandaag, zaterdag, is de laatste dag. Voor de diehards zijn er al 'Meet the professor' sessies om 8 uur of kun je naar de algemene ledenvergadering van "The Union". Ik ga wel een uurtje later. 
In de WHO stand, met Rob van Hest, Alberto Matteeli en Haileyesys Getahun  de schrijvers van een nieuwe WHO richtlijn  (over latente tuberculose infectie)
Volgend jaar is de conferentie in Kaapstad. Ik hoop dat Nick Herbert zijn plannen waar maakt om daar ook een "all-party parlementsleden bijeenkomst" te houden met parlementariërs uit 100 landen. Dat zal de strijd tegen deze ziekte katalyseren, want dat is hard nodig!
Hasta la vieja.

maandag 8 september 2014

Ria

Ria, echtgenote van Dick; moeder van 4 dochters, nu vrouwen in de middelbare leeftijd; oma van 6 kleinkinderen, nu ook al grote mannen en vrouwen.
Elke keer als deze blog verscheen reageerde je enthousiast. Je vroeg vaak wanneer ik weer op reis ging en wanneer er weer een nieuw verhaal kwam. Deze blog is voor jou maar je zult het niet meer lezen. Vrijdag overleed je toch nog vrij onverwacht, 81 jaar oud.
Je was een zorgzame vrouw, stond altijd klaar voor iedereen. Gezellig, met een droge humor. Bij je thuis altijd een volle huiskamer met je kinderen, kleinkinderen, buurkinderen of vriendinnen die even langs kwamen. Altijd zeer geïnteresseerd in wat iedereen deed en wat er in de wereld gebeurde. Je reisde de wereld rond, naar Canada, Afrika en Praag. Je bezocht ons in Zambia en Ghana. Dat blijft een mooie herinnering, waarbij we een stuk van ons leven en passie konden delen. Ik weet nog hoe we door de diepe plassen over een zandweg de grens bij Malawi bereikten en een paar dagen later met onze auto van een modderige zandweg gleden. 
Je was een gul persoon, gaf van alles weg, koeken of geld, foto's of boeken. Je hechtte niet aan het materiële. 
Je was blij toen je vorig jaar uit je huis kon, en kleiner en overzichtelijker ging wonen. Het appartement aan de Lopes Diaslaan was vanaf de eerste dag jouw huis. We hadden het je zo graag gegund hiervan zoveel langer te genieten. 
Tot een paar maanden geleden was je nog druk in de weer met je iPad. Skypen met Florence waarbij je toch elke keer even naar het beeld- of geluidsknopje geleid moest worden. En Wordfeud spelen. Het interesseerde je niet wie er won, je ging voor de mooie woorden.
Je ging snel achteruit. Het zien was al minder, het lopen ging moeilijker. De rollator in plaats van de elektrische fiets. Deze zomer ging het snel minder met je. 
De laatste 7 weken lag je in ziekenhuisbedden. Het einde naderde. Vorige week zei je nog tegen ons: "Ik wil wel graag verder leven, maar ik moet er ook wat aan hebben". Ik hield je hand nog even vast voordat we weggingen. Het was de laatste keer. Bedankt voor wie je was Ria.

maandag 7 juli 2014

Via Francigena, Italië

De Keniaanse priester begeleidde ons naar het centrum van Montefiascone, een plaatsje op 120 km loopafstand van Rome. De trein was met twee uur vertraging aangekomen. Geen taxi’s bij dit afgelegen station. We moesten nu de 4 km lopen naar het hotel. Gelukkig waren we in gesprek geraakt met Father Absalom die deze buurt goed kende. Ooit met een Keniaan meegelopen? In hoog tempo liepen we de Monte (berg) op. Na een paar kilometer gebruikte Absalom zijn religieuze invloed en werden we met een auto naar ons hotel gebracht. Daar was de keuken bereid om tegen middernacht nog een uitgebreide maaltijd van antipasta, pasta en een vleesgerecht te maken, uiteraard met een goed glas rode wijn.
In 6 dagen liepen we het laatste stuk van de Via Francigena, een tocht die begint in Canterbury in Engeland en eindigt op het St. Pietersplein in Rome. We waren “pellegrino” (pelgrim) voor een week. We hadden ons wel voorgenomen om niet op slaapzalen te overnachten. In Viterbo, onze eerste overnachtingsplaats, was alle accommodatie volgeboekt vanwege een cultureel festival. Een Italiaan zag ons met de rugzakken lopen en wist nog wel een plekje... We sliepen die nacht met 10 pelgrims op zaal, van wie 1 uiteraard snurkte, bovenin een stapelbed. Om 5 uur stonden de eerste pelgrims al op om niet in de middaghitte van 30 graden te hoeven wandelen.
Op de oude Romeinse weg
De route ging door heuvelachtige landschappen met olijfbomen en veel velden met hazelnootbomen. Soms over een stukje historische weg, waarover de Romeinse centurions marcheerden van en naar Rome. De stilte was verrassend; vaak was er alleen het geluid van de vogels. De eerste dagen niet eens door dorpjes, dus zaak om voldoende eten en vooral water mee te nemen. De etappe eindigde steevast met een steile klim naar de eeuwenoude ommuurde stadjes, zoals Vitrella, Sutri en Campagnano di Roma.
‘Veel wegen gaan naar Rome’ is het spreekwoord en dat klopt. Onze dagtochten waren vaak 5 of meer kilometers langer dan aangegeven, omdat de route was veranderd of de bewegwijzering ons in de steek liet. Het Engelse stel dat we onderweg tegenkwamen kon dat niet meer waarderen. Ze waren al 2½ maand onderweg, aan het eind van hun Latijn en wilden Rome zo snel mogelijk bereiken. 
Dat deden wij volgens plan op 3 juli en toen was het voor mij tijd om m’n mind te resetten omdat ik bij een tweedaagse conferentie van de Wereldgezondheidsorganisatie een presentatie moest geven.
Met een Fiat 500 reden we zaterdag naar het toetje van onze vakantie: de Amalfi kust. We kwamen te laat aan om het Wilhelmus nog te horen, maar nog wel op tijd om op een plein de tweede helft van het Nederlands elftal tegen Costa Rica te zien en te juichen voor de strafschopdoelpunten. Nu nog een paar dagen luieren, zwemmen, (beetje!) zonnen, pasta en pizza’s eten en de voetbalwedstrijden kijken.

donderdag 26 juni 2014

Big Apple, USA

Op het Louis Armstrong vliegveld in New Orleans juichten nog twee Nederlanders bij de doelpunten van het Nederlands elftal tegen Chili. Ook in Amerika hangen in alle kroegen grote screens waarop het voetbal is te volgen. Een dag eerder zag ik de Amerikanen bijna winnen, maar de teleurstelling was groot toen Portugal in de 94½ minuut langszij kwam.
Bij de gate werd omgeroepen dat de vlucht naar Atlanta vertraagd was. Het vliegveld in Atlanta was gesloten vanwege zwaar weer en het was onbekend wanneer Atlanta weer open zou gaan. Welkom in het ‘hurricane’ gebied! Atlanta is het centrale vliegveld aan de oostkust; een knooppunt tussen allerlei steden. M’n vlucht naar Baltimore ging ik niet meer halen dus liet ik me op de wachtlijst voor de volgende vlucht zetten. Dat was een goede set, want eenmaal in Atlanta bleek er een lange wachtlijst te zijn, maar ik had ondertussen wel een stoel. Het zou wat zijn als ik de volgende dag mijn presentatie aan de Johns Hopkins School of Public Health niet zou kunnen geven, want dat is de reden dat ik hier ben. Het ging allemaal goed! En na mijn presentatie treinde ik ‘s avonds in 2½ uur naar New York en had nog een dagje in deze stad voordat ik weer in het vliegtuig stapte.
Ontbijtservice voor Hotel 17, in 17th Street
Het hotel voorzag niet in een ontbijt, maar toen ik om 8 uur naar buiten stapte, liep ik gelijk tegen een geweldige ontbijtkar aan. Luxe broodjes uitgestald. Fruit, koffie, etc. Cool, dacht ik, zo springt men dus in op behoeftes. Maar helaas: de croissants waren voor een filmploeg die opnames ging maken voor een commercial voor L’Oreal.
M’n koffie kocht ik op de hoek en m’n scrambled egg werd gebakken in een kar die iets verderop op het trottoir stond. In China Town zag ik veel Chinese vrouwen in de rij voor de promotie van een nieuw Danoontje. Ik sloot achter aan en kreeg m’n twee yoghurtjes. M’n ontbijt was compleet.


Uiteraard moest ik ook naar “9/11”. Op de plek van de ingestorte torens zijn nu twee gaten met watervalletjes. De namen van alle overleden personen zijn rondom aangebracht. Een meisje wees naar één van de namen. Ik vroeg of zij die persoon kende. Het was de naam van haar oom die bij de aanslag omkwam. Zij was toen nog maar 3 en liep hier nu met 2 vriendinnen rond. 
Het is een mooie serene plek geworden.
Als je wel eens in New York bent geweest, dan heb je je vast verbaasd over de fietsers. Met hoge snelheid laveren ze door het verkeer. Ik wilde die ervaring ook wel eens en huurde een sportfiets. Al snel zei iemand “Use the bike lane!”. Een aantal straten heeft een “fietspad”, maar die is wel links van het verkeer. Ik fietste over de big avenues naar Central Park en was een uurtje later terug in 17th Street. Met de rechte straten en een paar stijgingen en dalingen was het inderdaad gaaf.

Toen zat het dagje Big Apple er op en stond ik in een overvolle trein naar het Newark vliegveld. Bij een wat gezette man liepen druppeltjes zweet van het voorhoofd. We raakten in gesprek. Hij vertelde dat hij elke dag (twee keer) een mijl van het Rockefeller gebouw naar Penn Station loopt en werkt bij een verzekeringsmaatschappij. Terloops zei hij dat ze vandaag een bank in Genève hadden aangekocht. En toen vertelde hij zijn ongelooflijke verhaal van 9/11. Hij was die dag om 8 uur in Toren 1 en moest op zijn kantoor op de 93e verdieping om 9 uur een presentatie geven. Maar had nog wat vergeten en liep naar Toren 2, naar de 28e verdieping waar zijn bedrijf ook een kantoor had. Een telefoontje uit Engeland hield hem op, en op dat moment stortte het eerste vliegtuig zich in Toren 1; een kwartier later het tweede vliegtuig in Toren 2. Hij voelde het gebouw trillen en liep met veel anderen de 28 trappen af. Eenmaal buiten, na 5 minuten, stortte Toren 2 als eerste in. Zijn honderden collega’s in Toren 1 zijn allemaal bij deze aanslag omgekomen. Zijn bedrijf had de bovenste 10 verdiepingen. Om 12 uur ’s avonds kwam hij pas thuis en tot die tijd had hij geen contact gehad met z’n vrouw en kinderen. Hij vertelde dat er foto’s van hem gemaakt zijn terwijl hij dik onder het stof zat, en daarna veel is geïnterviewd. Maar ook dat hij op gegeven moment stopte om naar de begrafenissen (memorials) te gaan, omdat hij niet meer kon aanzien dat jonge echtgenoten, vaak met kleine kinderen, afscheid moesten nemen van hun partner/ouder. Ik bedankte Paul voor het delen van zijn verhaal en wenste hem het beste toe.
De nieuwe en hoogste WTC toren

zaterdag 21 juni 2014

New Orleans, Louisiana

New Orleans, Louisiana. Dat klinkt zuidelijk en is het ook. Vanaf New York is het nog 2½ uur vliegen. De temperatuur hier komt overeen met die in landen die op dezelfde breedtegraad zoals Iran, Irak of de Sahara.
Er is veel over deze stad te vertellen. De Franse kolonisten vestigden zich hier 400 jaar geleden. Deze locatie aan de rivier was belangrijk, dus moest de nederzetting bevolkt worden. Gevangenen werden er naartoe gebracht en om ook nageslacht te krijgen volgde deportatie van prostituees. De 'wereldhandel' kwam goed op gang en al snel werden mensen uit Afrika gehaald om als slaaf op de katoenplantages te werken. In het verdrag van Parijs (1763) werd het Amerikaanse continent na de zoveelste oorlog (her)verdeeld en ging New Orleans over naar de Spanjaarden. In 1803 kwam het weer even terug bij Frankrijk voordat Napoleon het verkocht aan de Amerikanen. Hij had geld nodig voor zijn Europese bezetting.


Stoomboot op de Mississippi
Het waren turbulente tijden. In Haïti kwamen slaven in opstand tegen de Franse kolonisten en stichtten in 1804 een vrije staat en het weer een paar jaar zelfs een keizerrijk. De plantagehouders vertrokken bijna allemaal naar New Orleans, zover ze niet afgeslacht waren, want terug naar Frankrijk was een slechte optie. De Franse koning was net onthoofd, Frankrijk in anarchie na de revolutie, totdat Napoleon de macht greep. 
Isabel Allende beschrijft deze periode heel mooi in haar boek 'Het eiland onder de zee', dat ik onlangs las. En nu ik in de Verenigde Staten moet zijn om les te geven, wilde ik wel een weekendje naar de stad aan de Missisippi. De stad ademt de lome sfeer van 'The color purple'.

Ik zit nu in een restaurant-tuin van Bacchanal en luister naar een combo dat jazz speelt. "Merci beaucoup", zegt de zanger. De mix van zoveel culturen is de bakermat geweest van veel nieuwe muziekstromen. Louis Armstrong komt hier vandaan; z'n naam is verbonden aan het vliegveld. Fats Domino woont hier en was nog even in het nieuws tijdens de Orkaan Katrina. Cajun muziek (met wasbord), be-bop, veel 'bloasmuziek'. Gisteravond was ik in Frenchmen street. Een klein straatje met vrijwel alleen kroegen die allemaal een line-up van live bands hebben. En als je daar niet kan/mag spelen dan speel je gewoon op straat voor 'tips'.






Morgenavond ga ik nog even naar Bourbon street, de populaire straat in town. Toch maar doen, hoewel de penetrante lucht vanochtend van verschraald bier niet veel beloofd.

maandag 14 april 2014

Dublin, Ierland

Draken boven de ingang Kilmainham Gaol gevangenis
Kilmainham Gaol opende z’n deuren in 1796. Of beter: het sloot de deuren, want Kilmainham Gaol was in die tijd een spiksplinternieuwe gevangenis in Dublin. Dat nieuwe kun je 200 jaar later niet voorstellen als je door de donkere kerkers loopt. Het verhaal van de eerste 100 jaar van deze gevangenis spreekt tot de verbeelding. In die tijd werden vooral dronkenlappen, bedelaars, prostitués en dieven opgesloten. Een paard stelen leverde 6 maanden gevangenisstraf op. Ernstigere misdrijven kon je met een openbare ophanging aan de gevangenispoort bekopen. Vooral in de jaren 1845-1850 was de gevangenis overvol. Dat waren de hongerjaren (Great Famine) in Ierland. Jaar op jaar mislukten de aardappeloogsten vanwege een aardappelschimmelziekte. Eén miljoen mensen stierven de hongerdood en 1,5 miljoen mensen verlieten het land naar Amerika, Canada of Australië.
Krant uit 1916 met mededeling van executies Ierse leiders.
De gevangenis heeft echter ook een bijzondere plaats in de Ierse geschiedenis. In 1916 maakte Ierland nog deel uit van het Britse Gemenebest. Tijdens de paasopstand riep een groep Ieren de Republiek uit, maar werden verslagen door een overmacht van het Britse leger. De opstandelingen werden in Kilmainham Gaol gevangen gezet en 14 leiders werden de dagen daarna geëxecuteerd. De Ierse opinie veranderde sterk na deze executies. Sinn Féin en het Ierse Republikeinse Leger (IRA) kregen veel aanhang en vochten daarna jarenlang een guerrillaoorlog tegen de Britten. In 1921 kreeg het zuiden onafhankelijkheid (Ierse Vrijstaat); het noorden met veel Schotse protestantse migranten, bleef Brits. Daarmee was de strijd nog niet afgelopen, want er zat een voorwaarde aan die onafhankelijkheid. De Ierse parlementariërs moesten namelijk trouw zweren aan het Engelse staatshoofd. De ‘echte’ republikeinen vonden dat onacceptabel en er ontstond een jarenlange burgeroorlog, die in 1927 eindigde. Pas in 1949 werd Ierland een republiek en dit weekend was de Ierse president voor het eerst op staatsbezoek bij Koningin Elizabeth. Waarom dit alles? Nou, we brachten het weekend door in Dublin bij Maire, die we nog kennen uit Zambia. Het leuke van steden- en landenbezoeken is om dan de geschiedenis van een stad of land te leren en te zien. Overigens zijn er nogal bijzondere vergelijkingen met de ontwikkelingen in Oekraïne vandaag de dag… 
Kilmainham Gaol. Nu vaak decor van films en van muziekfilms, o.a. van U2.
Zondag wandelden we naar de Botanische tuinen en passeerden veelkleurige voetbalsupporters. Vaders met jonge kinderen, jongelui, stelletjes. Allemaal onderweg naar het imposante voetbalstadion. Ik voelde ook excitement en kocht een kaartje. De “Dublin blues” speelden tegen Cork. Geen gewoon voetbal maar Iers (Gaelic) voetbal, een combinatie van voetbal en handbal. De doelpalen zijn hetzelfde als bij rugby. Scoor je hoog tussen de palen dan krijg je één punt. Scoor je onder de lat dan levert het drie punten op. Binnen no time stonden de Dubliners achter en leek het een saaie wedstrijd te worden, maar na rust kantelde de wedstrijd volledig. De tien punten achterstand werd vlot ingelopen en uiteindelijk werd het 2-20 (2x onder de lat, 20x hoog boven; 26 punten) voor Dublin tegen 2-13 voor Cork. “Never write the Dubs off”, stond op het scorebord.



Met Maire en Marie in de Wicklow Mountains.

donderdag 3 april 2014

Bijzondere bijeenkomst in Genève

De man met de blauwe trui is Mario Raviglione, de directeur van het WHO Tuberculose programma
'Historical meeting documented' was het bijschrift bij deze foto: een historische bijeenkomst vastgelegd. Deze week was er een tweedaagse bijeenkomst in Genèvevan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om de aanpak van de tbc-bestrijding in landen met weinig tbc-patiënten te bespreken. Eerst moesten we het eens worden welke landen dat zijn en stelden we voor een grens te hanteren van 10 per 100.000 inwoners. Nederland valt met 5 per 100.000 inwoners in die categorie landen. De WHO-doelstelling voor alle landen in de wereld is om in 2035 het voorkomen van tuberculose met 90% terug te dringen. In 2035 moet het aantal patiënten in Nederland lager dan 100 zijn, minder dan nu in Rotterdam worden vastgesteld! Dit zijn ambitieuze doelstellingen, die gepaard gaan met een stevig plan van aanpak van tbc-bestrijding in de wereld. De uitgenodigde landen Verenigde Staten, Canada, Engeland, Duitsland, Italië, Zwitserland, Saudi Arabië, Japan en Nederland (Cuba was uitgenodigd maar moest verstek laten gaan) presenteerden hun ervaringen, aanpak en ideeën. Aan het eind van de tweede dag stelden we een 8-puntenlijst samen die in juli op een grotere conferentie in Rome wordt voorgelegd voor instemming.
Genève heeft een vliegveld goed ingericht op het  internationale verkeer. Dat moet ook wel met de vele VN organisaties, het Internationale Rode Kruis en andere internationale organisaties die hier gevestigd zijn. Op het vliegveld kun je een gratis kaartje uit een ticketmachine halen voor de trein naar het centrum. Ons hotel lag tegenover het station.
Uitzicht uit het hotel op het Spoorwegstation
Gisteren stond ik een paar minuten nadat de vergadering om 15.30 uur was afgelopen al op het perron en zat ik een half uurtje later bij de gate te wachten op de KLM-cityhopper. En om 8 uur thuis aan de koffie!
Vliegveld Genève omringd door (besneeuwde) bergtoppen

maandag 24 maart 2014

Αθήνα (Athene), Griekenland en Wereldtuberculosedag

Spiridon Louis won in 1896 de eerste marathon van de eerste Olympische Spelen in Athene. De streep lag in het Panathinaiko Stadion. Gerard Nijboer schreef een mooi boekje over de marathon dat ik nu even niet bij de hand heb, maar weet nog dat Phidippides 500 jaar voor onze jaartelling van Marathon naar Athene rende om te vertellen dat het leger gewonnen had van de Perzen, om daarna dood neer te vallen. Op deze foto ziet het ernaar uit dat Spiridon Louis hetzelfde lot overkomt, maar dat is niet zo. Hij heeft nog bijna een halve eeuw geleefd en heeft nooit meer een wedstrijd gelopen. 
In 1980 was ik in Griekenland en had dat jaar zelf twee marathons gelopen. De dorre, droge vlakte bij Marathon was mijn bedevaartsplaats. Het fotootje dat ik toen nam zal ik nog een keertje toevoegen aan deze blog. Ik kan me niet herinneren dat ik toen ook in het oude Olympisch Stadion ben geweest. Drie jaar later finishte Gerard Nijboer hier als eerste tijdens de marathon van het Europees Atletiekkampioenschap. 
Afgelopen week was ik weer in Athene, nu vanwege een bijeenkomst over 'Migrant Health & Infectious Diseases', in het kader van het Griekse voorzitterschap van de Europese Unie. Bij een wandeling naar de Plakka, het stadscentrum, kwam ik deze keer vanzelf langs het oude stadion. Het was zeker waard om een keer over deze historische grond te wandelen. 
Als je zin hebt om Griekse letters te ontcijferen, hier het rijtje steden dat de Olympische Spelen ooit heeft georganiseerd:

In het Akropolis Museum werden we op een avondrondleiding getrakteerd langs de beelden en ingewijd in de Griekse mythologie. Het verhaal dat Athena uit het hoofd van Zeus is geboren, sprak me wel tot de verbeelding. Zeus, de oppergod, had bij een tiental godinnen al godenkinderen verwekt. Toen Metis van hem zwanger was, werd hij bang dat zij een zoon zou baren, die hem van de troon zou stoten. Dus at Zeus de zwangere Metis op. Later in 'de zwangerschap' kreeg Zeus heftige hoofdpijn en hakte iemand zijn hoofd open waarna Athena met een speer in haar hand uit het hoofd van Zeus sprong. Pallas (wat speer betekent) Athena werd de lievelingsdochter van Zeus en is de godin van de wijsheid. Misschien verdiep ik me in een later leven nog eens wat meer in de andere Griekse goden en godinnen.
Vandaag, 24 maart, is het Wereldtuberculosedag. Op deze maartse dag in 1882 ontdekte Robert Koch dat tuberculose veroorzaakt wordt door een bacterie. Tuberculose wordt daarom ook wel de ziekte van Koch genoemd. In Nederland is de campagneslogan dit jaar: "kappen met tuberculose". Voor die gelegenheid heb ik op de Akropolis ook even een kapje opgezet; uit solidariteit met de patiënten en gezondheidswerkers die tuberculose bestrijden. Want elk jaar sterven er nog 1,3 miljoen mensen in de wereld, net zoveel mensen als er in de provincies Friesland en Groningen wonen!!
Bij de Akropolis
En bij de tempel van Zeus