dinsdag 14 april 2009

Camino 1: eerste brief

St. Jean Pied de Port, ochtend van vertrek, 8 april 2009
De eerste week van de Camino, de wandeltocht naar Santiago, is al voorbij en het gaat me goed af. Ik ben begonnen in St. Jean Pied de Port, aan de voet van de Pyreneeën. Na een nachtje Parijs, ben ik met de TGV naar Bayonne en een boemeltje naar deze plaats gegaan. Ik overnachtte in een pelgrimsherberg, L’Esprit du Chemin, die gerund wordt door Nederlanders. Dit was nog een luxe herberg. Ik deelde een kamer met Peter, een andere Nederlander, en David, een man uit Guernsey. Een kamer met z´n drieën is een luxe op de Camino! Vanwege kou, regen en sneeuw vertelde men dat de bovenroute, ooit door Napoleon gebruikt, niet goed begaanbaar was. Zes weken eerder was er nog iemand door onderkoeling doodgegaan. De benedenroute gaat grotendeels over de grote weg en is minder spectaculair, hoewel Karel de Grote deze route ook gebruikte om Spanje binnen te vallen. Ik begon dus woensdag 8 april met de benedenroute.
De etappe eindigde in Roncevalles, een 800 jaar oud plaatsje met twee restaurants, een enorm groot klooster bewoont door 5 religieuzen, een museum en een pelgrimsherberg. De alberge was een groot stenen gebouw, het leek op een grote schuur met 1 ruimte met 60 stapelbedden. In de kelder waren douche- en toiletvoorzieningen. Zoals ik verder op de route zou merken is het ritueel steeds hetzelfde: om 22 uur gaat de deur dicht, een kwartiertje later het licht uit. Oordopjes is zeker nodig in een zaal met 120 slapende en een paar snurkende wandelaars/pelgrims/peregrinos. Er was 1 man die de boel aardig heeft wakker gehouden, maar die lag gelukkig ver van mij vandaan en ik had mijn oordopjes in. Om half 7 ´s ochtends ging het licht weer aan en om 8 uur moest iedereen de alberge verlaten.
Roncevalles, herberg met 120 slaapplaatsen
Roncesvalles ligt op 1000 meter hoogte en de ochtend was nog frisjes met ijs op de sloten en plassen, de bergtoppen besneeuwd. De zon kwam er gelukkig snel door en het was een aangename wandeling naar de tweede stop in Larrasoaina. Overnachting hier in het voormalige gemeentehuis. De burgemeester houdt zich persoonlijk met de herberg bezig. Hier deelde ik de kamer met 4 Spaanse vrouwen. De week voor Pasen (Semana Santa) zijn veel Spanjaarden aan het wandelen en is alle accommodatie al snel bezet, inclusief noodvoorzieningen in scholen en dergelijke. Ik was gelukkig redelijk vlot in dit plaatsje, na zo´n 7 uur wandelen, maar later op de dag moesten andere wandelaars taxi´s nemen naar andere plaatsen om een overnachtingsplaats te vinden. Dag 3 was een korte wandeling naar Pamplona, de stad van de stierenvechters. Het was Goede Vrijdag en erg druk in deze plaats. De Jesus y Maria kerk fungeert hier als herberg, met in de gangen de stapelbedden, totaal 112 plaatsen, en in het ruim van de kerk een expositieruimte. Deze keer had ik wel pech want een Australische dame die één bed van me verwijderd lag, snurkte enorm, wist niet dat je zo kon snurken... Midden in de nacht m´n oordopjes maar even te voorschijn gehaald, zodat ik nog wat verder kon slapen.
Jesus y Maria kerk
Puerto del Perdon
Inmiddels was het gaan regenen in Pamplona. De wandeldag van zaterdag begon met 2 graden en het werd maar een paar graden warmer die dag. De poncho aan en over m´n rugzak om de boel een beetje droog te houden en op weg naar Puente la Reina. We moesten over de Puerto del Perdon, een 780 m hoge kam, een aardige klim die extra zwaar was omdat het modderpad was geworden. Ik sliep in de herberg van de Padres Reparadores op een zaal met 11 andere mensen (6 stapelbedden). Dit keer was ik beducht op de zwaarlijvige Spanjaard en had uit voorzorg mijn oordopjes ingedaan. Het was ook nodig. Zondag was het beter weer, het miezerde een beetje, maar niet te koud. Goed wandelweer dus. Ik wilde wel eens weten hoe het is om meer dan 25 km te wandelen, en liep door tot aan Villamayor de Monjardin. Een mooie tocht langs wijngaarden en olijfbomen. 
De meeste tracks zijn heel mooi, een enkele keer moet je door een grotere plaats en dan ontkom je er niet aan om over een industrieterrein of langs een lelijke nieuwbouwwijk te gaan. De laatste paar km ging heuvelop. In mijn boekje stond dat de herberg in dit plaatsje door Nederlanders beheerd werd. Het was hier rustig, er kwam later alleen nog een Ier. Er ademde een wat vreemde sfeer en aan tafel vertelde de Nederlander dat zij ´een bunch of christians´ waren, volgens de Ier: born-again Christians. We lieten ons goed opscheppen. Even wat anders dan een pelgrimsdiner dat in de meeste plaatsen verkocht wordt, met meestal een bord macaroni om de koolhydraten aan te vullen. De man gaf ons na het eten nog een boekje ´levend water´ mee, maar ik heb het maar achtergelaten. Later op de avond belandden we in het dorpscafé en werden om 10 uur uitgenodigd om mee te eten. Er was ruimte voor ´een poco´, maar ik heb het bordje ingewanden maar laten staan. De Ier vond de maag wel lekker.
Bordje ingewanden. De paella was wel lekker...
Gisteren opnieuw 29 km gewandeld, nu naar Viana. Er was een dorpsfeest aan de gang, alle kroegen vol met een leuke drumband die door de straten danste. De alberges/refugios zitten meestal op prachtige plekjes. Deze, de Andres Muñoz refugio, zat op de top van de heuvel, naast de ruïnes van een kerk met prachtig uitzicht op de omliggende heuvels. Vandaag ben ik onderweg naar Navarrete, een tochtje van 23 km. Ik ben nu halverwege, in Logroño, de hoofdstad van de Rioja provincie, bekend van de wijn, en heb even rustpauze in dit internetcafé. Ook bijna alle herbergen hebben internetvoorzieningen, het lijkt meestal op zo´n ouderwets racespel (met stuur). Je moet er een euro ingooien en hebt dan 20 minuten tijd om het Net op te gaan. Dat was vroeger wel anders.
Viana
Verder is kenmerkend van de Camino dat je elkaar vaak tegenkomt, van anderen afscheid neemt en weer nieuwe mensen ontmoet. De wandelaars van het eerste uur ben ik allemaal zo´n beetje kwijt. Een aantal gingen sneller en zijn dus al vooruit, anderen zijn langzamer en zal ik dus waarschijnlijk ook niet meer zien, Spanjaarden zijn weer aan het werk, en degenen die hetzelfde tempo hadden heb ik een paar dagen geleden achtergelaten toen ik wat langere afstanden ging lopen. Het is ook wel goed want de meesten vinden het ook plezierig om alleen te lopen. De laatste paar dagen merk ik dat ik al aardig los ben van werk en andere perikelen in Nederland en dat je je bezig houdt met dagelijkse zaken en vooral de omgeving. Ik heb er ruim 150 km op zitten, dus ben nog wel even onderweg om de 780 af te lopen. En ik ben ook van plan om na Santiago nog door te lopen naar de zee (Fisterra), dat is nog eens 90 km (3 dagen). Als het zo doorgaat, zonder blaren en al teveel spierpijn, dan moet het goed lukken in de 6 weken.
Wilgen bij Roncevalles

Groet van de camino, 
Gerard

Geen opmerkingen:

Een reactie posten