woensdag 22 april 2009

Camino 2: Camino

Kanaal van Castillië bij Boadilla del Camino
Vanochtend om 8 uur ging ik op pad vanuit Boadilla del Camino, de 15e dag. Ik volgde een van de pelgrims. Er lag rijp op de velden en m´n vingers waren in no-time rood, gezwollen en pijnlijk mede door de (noordelijke) wind. Na een kwartiertje, bij het kanaal van Castillië, was zij (een Tsjechische) en ik dus ook de weg kwijt. Geen gele pijlen meer. De zon stond ook niet achter ons, zoals ´s ochtends gewoonlijk is. De camino is namelijk een bijna kaarsrechte weg naar het westen en je loopt ´s ochtends dus lange tijd in je eigen schaduw. Een kwartiertje later zat ik wel weer op de goede route, over een jaagpad naast het kanaal. Een mooie omgeving voor de wandelaar met de vele vogels en een mooi geluid op de ochtend. 
Sluizen bij Fromista
Na 5 km, in Fromista, werd me ook duidelijk waarom dit kanaal nooit gebruikt wordt. Hier waren 4 sluizen die een verval van meer dan 14 meter moesten overbruggen. Het was nu voor een groot deel overgroeid. In Fromista op naar de eerste bar voor de café solo. Ik ging aan een tafeltje zitten bij een Catalaan, Japanse en Koreaanse. We babbelden wat, hadden het over onze verschillende talen en deelden de chocolade croissants. Deze dag zou ik geen grote plaatsen meer aandoen, dus zocht in Fromista verder naar een supermarktje. Iets verderop stond een uithangbord met Alimentacion. 
Het was een klein barretje waar ook groenten, brood, levensmiddelen, etc. verkocht werden. De man/barkeeper stond chorizo te snijden achter de vleesmachine. Mijn noodzakelijk (nood)voorraad voor zo´n dag bestaat inmiddels uit baguette, chorizo, bananen, chocolade, yoghurtjes en een blikje Fanta. Ik kwam inderdaad niks meer tegen en heb bij een beekje uitgebreid geluncht. De laatste twee uren waren een beetje saai, het pad volgde een grote weg naar Carrion de los Condes. Om 3 uur was ik al in deze plaats. Het was al flink warm geworden. De herberg vond ik in een klooster met steenkoude kamers. Vannacht deel ik een kamer met Sally, een Schotse onderwijzeres in een achterstandswijk in Londen, een Italiaan, en Matti, een 65-jarige Fin.
Santa Clara Convent van de Clarissen zusters
Camino betekent pad of weg. El Camino of De Camino is de route naar Santiago de Compostella in Galicië. De route die ik volg heet de Camino Frances. Verschillende Franse routes sluiten in St Jean Pied de Port aan op deze route. Er zijn een stuk of 4 Franse routes, maar ook verschillende Spaanse. Zo kun je vanuit Sevilla over 1000 km de oude Romeinse weg aflopen naar Santiago. Je kunt overigens ook in Nederland beginnen, waar een pelgrimsroute aansluit op de Belgische/Franse. Al deze camino´s komen uit in Santiago.

Ergens in 800 zouden de beenderen van de apostel Jacobus in Santiago gevonden zijn. Het verhaal wil dat ze met een schip vanuit Israël daar naar toe gebracht zijn, nadat hij daar vermoord was. Verder zou diezelfde Jacobus in 800 of 900 een paar keer verschenen zijn en succesvol meegevochten hebben tegen de Moren. Hij wordt daarom ook wel de morendoder genoemd. Dat alles leidde tot een stroom van pelgrims naar het graf van de heilige Jacobus (Sant-iago). Er werden allerlei voorzieningen gebouwd zoals pelgrimsherbergen (hospitium), ziekenhuizen en kerken. Een paar priesters maakten zich verdienstelijk door bruggen te bouwen, want het doorkruizen van de rivieren was een van de grootste problemen, naast de struikrovers. Sommige plaatsen hebben hun naam te danken aan deze bruggenbouwers, zoals Santo Dominga de Calzalda en San Juan de Ortega. De pelgrimsroute bleef een paar honderd jaar heel druk, maar raakte daarna een aantal eeuwen een beetje in de vergetelheid, hoewel een schrijver als Goethe de tocht ook gemaakt heeft. Sinds de jaren 70 is er weer een gestage toename van pelgrims/wandelaars/peregrino´s. De herbergen zijn weer een beetje opgeknapt. Bijna elk dorp heeft wel een of meerdere alberges/refugio´s. UNESCO heeft de Camino ook opgenomen in de lijst van cultureel erfgoed, dus dat doet de route ook goed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten