25 december, 1e kerstdag. Vandaag zon en me lekker
rustig gehouden. In de zon gelegen en gepuzzeld. Een beetje
rond de truuk gehangen.
Tegen de avond kwam Kechar,
de eigenaar van dit terrein. Hij zorgde vandaag voor het eten: couscous. Bij
hem thuis maakte hij eerst de gierst aan met water en olie. Toen dat allemaal
goed gekneed was, ging hij bij ons in de truuk verder met koken. Hij had ook
voor vlees gezorgd. Kamelenvlees.
De hele avond heeft hij in de
keuken gestaan. Een grote ketel met vlees, aardappelen, wortelen en uien.
Daarboven hing een soort ijzeren vergiet met de couscous. De couscous moest
gaar stomen. Ondertussen zorgden wij voor een kampvuurtje. Hout gesprokkeld bij
het riviertje. De schors van de palmbomen kapten we. Ook een paar delen van
palmbomen sjouwden we mee. Een groot kampvuur. Met de palmtakken legden we het groots
aan. Het eten werd rond het
kampvuur opgediend en smaakte geweldig. Eerst kregen we de couscous met de
groente en daarna het vlees. Als toetje kwamen mandarijnen en dadels. Veel
gegeten. Kechar, een kleine eter, en Grika die wat ziek was, vulden m'n bord.
Dit was ons kerstdiner.
Toos en Corina hadden me gevraagd om mee te gaan naar de Witte Paters, maar ik vond het hier eigenlijk veel te gezellig en vond het ook sneu om Kechar, waar ik goed mee op kan schieten alleen te laten. Ik had hem de hele dag geholpen. Om 8 uur kwamen Corina en Toos terug en vertelden over de Witte Paters, les pères blancs. Er waren 16 mensen in het kerkje en er werd een mis opgediend. Toos zei dat het misschien niks voor mij was geweest, allemaal oude mensen. Corina vond het heel mooi, "met de handpalm omhoog de zegen te ontvangen". Ze waren door een zuster weer teruggebracht. Ik praatte met Corina nog over het geloof. Zij geloofde in een universele god en verwachtte nog een profeet. Ze was lid van de Rozenkransers. Ik vertelde dat ik ook andere godsdiensten wilde bestuderen en toch ook meer in een universele god geloofde. Er wordt hier veel over geloof gepraat. Arne vertelde dat ik het Tibetaans Dodenboek maar eens moest lezen. Hij vond het heel boeiend.
Vandaag was ook een lammetje geboren!
Toos en Corina hadden me gevraagd om mee te gaan naar de Witte Paters, maar ik vond het hier eigenlijk veel te gezellig en vond het ook sneu om Kechar, waar ik goed mee op kan schieten alleen te laten. Ik had hem de hele dag geholpen. Om 8 uur kwamen Corina en Toos terug en vertelden over de Witte Paters, les pères blancs. Er waren 16 mensen in het kerkje en er werd een mis opgediend. Toos zei dat het misschien niks voor mij was geweest, allemaal oude mensen. Corina vond het heel mooi, "met de handpalm omhoog de zegen te ontvangen". Ze waren door een zuster weer teruggebracht. Ik praatte met Corina nog over het geloof. Zij geloofde in een universele god en verwachtte nog een profeet. Ze was lid van de Rozenkransers. Ik vertelde dat ik ook andere godsdiensten wilde bestuderen en toch ook meer in een universele god geloofde. Er wordt hier veel over geloof gepraat. Arne vertelde dat ik het Tibetaans Dodenboek maar eens moest lezen. Hij vond het heel boeiend.
Vandaag was ook een lammetje geboren!
Karin M vertelde nog wat over
haar problemen met de groep en Jojo. Rond het kampvuur bleven we tot 1 uur
zitten. Herman opende een fles whisky en deelde rond. Later ging m'n laatste
pilsje van de boot open en ieder kon nog net twee slokjes nemen. Kechar vertelde over het
feest rond de geboorte van Mohammed, 17 januari. De hele nacht wordt feest
gevierd, mensen gaan van moskee naar moskee en zoeken familie op. Dat gebeurt
dan in deze streek waar de mozabieten wonen. Willem vertelde nog wat verhalen
en moppen. Over Jantje die langs de weg postbodes aan het maken was van poep.
De postbode die langs kwam en daarna naar de politie gaat en een klacht
indient. De politieagent die langs komt en vraagt waarom hij geen
politieagenten maakt. Waarop Jantje antwoordt: "Daar heb ik niet genoeg
stront voor". Wij kregen ook bezoek van
politie vanwege het vuur. De sterrenhemel werd op deze avond goed geobserveerd.
Orion, grote en kleine beer. Ik zag ook nog een vallende ster maar kon niet zo
snel een wens doen. De maan scheen heel helder. Ik bleef 's nachts bij het
vuurtje slapen.
Om 4 uur werd ik wakker en
had .het koud. Het vuur weer opgestookt en nog even de sterren bekeken. Orion
was al bijna achter de horizon. Om 6 uur nog even wakker en tegen 7
uur was het ineens licht. Ik had met m' n hoofd in de slaapzak gelegen en had
het niet licht zien worden. Het was ook moeilijk geweest, want het was bijna
volle maan. Het vuur smeulde nog en ik stookte het weer op. Herman was ook
wakker en begon te schelden. Hij was om 4 uur ook wakker geworden, dacht eerst dat
iemand binnen kwam rijden. (Hij sliep in de auto). Zag toen het vuur en dacht
dat alles in de fik stond, zag iets bewegen en dacht "gekke Arne".
Het was dus gekke Gerard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten