donderdag 11 december 1980

Vanaf Kairouan vertrokken. We namen de drie Tunesiërs mee. Hatar, Cherif en nog een. We hadden ze in Kairouan ontmoet op de avond voor de bruiloft van een vriend. In El Ala, 37 km van de grote weg af, bleven we voorlopig staan. Donderdag was het toevallig marktdag. De mensen waren fleurig gekleed. Eerst keken we op de veemarkt. Veel ezeltjes, koeien, schapen en dromedarissen. Ik dacht eerst dat dat de hele markt was. Ik kocht een tulband en al dolend liep ik langs de kippen en kalkoenen. Bij de auto hoorde ik dat er nog veel meer te doen was...
Ik ging nu alleen door de straatjes. De mensen staarden me aan. Op de andere markt verkocht men kleren, groente en fruit. Bij een tentje kocht ik een witte lap stof van ongeveer twee meter. Onderhandeld over de prijs. Van de 1 dinar kreeg ik er nog 300 millien af. De lap bleek later veel te dik te zijn. Ida was die dag ziek en had de hele tijd in de auto gezeten. Met haar ging ik voor de derde keer over de markt. De veemarkt was al een stuk minder. Ze vroegen of Ida op een kameel wou gaan zitten. Zij niet. Ik ben er toen op gaan zitten. Heerlijk zacht, net schapewol, waaraan je wel moest vasthouden om niet naar beneden te glijden.
Bij de truuk stonden een hoop mensen. Wij hadden onderweg ook zo'n 10 personen meegekregen. De jongens zeiden dat hun huisje 3 km van El Ala gelegen was en we gingen er met de landrover heen. Ook een vrouw die de hele tijd bij de auto gestaan had ging mee. De "dorpsgek" wou ook mee, maar werd toch weer uit de landrover gezet.
Discussie bij de truuk
Over de zandpaadjes liepen de ezeltjes beladen met het voedsel voor een week. De paadjes werden steeds smaller en waren begrensd met kaktussen. De kaktussen schuurden langs beide kanten van de auto. Bij een dromedaris hield het weggetje op. Lopend kwamen we bij het huisje van Cherif's ouders. Een jongetje en meisje liepen voor het huis. We bekeken het Berberhuisje. Het bestond uit twee delen. Een deel waar een koe en wat kippen in waren en het huis, vol met oude kleren, een geweer, een petroleumlampje en nog meer oude spullen. Achter het huis kregen we kaktusvruchten te eten. Met een stok werden de vruchten van de kaktus gehaald, met de tak ontdaan van stekels en geschild. Het was daar heel stil.
Ik liep met Corina een andere kant op, en kwamen via de weilandjes bij de buren. Het waren een oom en tante van Cherif. We groetten en mochten ook voor de hut zitten. De vrouw ging meteen eten koken. Er werden kleden en een kussen neergelegd. Het was heerlijk. Zonder veel te praten zaten we daar te genieten in de zon. Even later kwamen Bernard en Hans. Zij aten ook mee. Het werd toen al minder gezellig. Een pittig sausje met geklutste eieren, zelfgemaakt brood (waarschijnlijk op stenen gebakken) met nog wat zand ertussen en heerlijk koude koeiemelk. Het brood doopten we in de saus en samen dronken we uit 1 glas. Toen de landrover weer langs kwam en daar stopte, was de rust verstoord. Grika kwam met veel lawaai binnen; er werd nu volop Nederlands gepraat, bah.
Bij de ouders van Cherif, die net teruggekomen waren van de markt, bespraken we wat we gingen doen. Een deel wou wel blijven en in de schuur slapen, anderen wilden 's avonds terug. 's Avonds werd er gegeten en muziek gemaakt. Wij zorgden voor de wijn. Willem reed de landrover terug om slaapzakken te halen. Ik ging ook mee om medicijnen voor oom te halen en m'n eigen spullen te zoeken. 
In El Ala verplaatsten we de truuk naar een rustiger plaatsje. Vijf tot zes mensen wilden niet mee. Corina niet omdat er twintig flessen wijn waren gekocht. De plaats was heel mooi, heuvelachtig, met een klein watervalletje over de weg heen. Nadat wijn en benzine gehaald was, wat gaat het geld snel!, reden we om 6 uur terug. Ik stond met Karin M achter op de landrover om foto’s te maken. Bij het huis zat iedereen in de schuur. Kleden lagen op de grond. Er zaten zo'n 25 mensen in dat hok, dicht op elkaar. Een petroleumlamp zorgde voor de verlichting. We aten couscous met kip. Een grote schaal met vier lepels. Daarna kwam er wijn en Tunesische muziek. Een trom, soort doedelzak gemaakt van een koeiekop. Er werd gedanst. De ouders en kinderen kwamen er ook bij. Ik zat de hele avond naast de moeder. Ze had zeven kinderen en had een prachtige uitstraling. Twee kinderen zongen, bepaalde yellen, heel zuiver. Het was zo onwijs mooi. Het was bijna een droom. Ik kan me nu al niet meer goed voor de geest halen hoe het was.
Grote schaal couscous
Soort polonaise..
Cherif's moeder
's Avonds ging een deel terug. Alouette, Bernard, Mieke, Toos, Johan, John, Hans en de andere twee Tunesiërs bleven. Cherif huilde omdat de rest terug ging, z'n ouders waren beledigd. Ik lag nog een tijd lang wakker en voelde het kriebelen (vlooien?). Hatar was stomdronken en heel vervelend. Hij werd buiten gezet. De vader kwam 's avonds lachend en trots binnen met een konijn in een val.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten