's Ochtends vertrokken we om
9 uur naar de Etna. Het was prachtig weer. Eerst nog in het dorp een paar
mensen uit het hotel opgepikt, waarna we met een overbeladen (14 mensen) jeep
de noordroute van de Etna volgden. Op een gegeven moment was de weg
gedeeltelijk weggeslagen en reden we midden in het lava-landschap.
Samen met
Thea stond ik achterop de jeep. Het werd steeds kouder: sneeuw, bevroren water
op de weg. Een paar km van een restaurant durfde Willem niet verder. Lopend en
sneeuwballen-gooiend gingen we omhoog. De landrover met Willem probeerde het
toch en passeerde ons. Na een half uur lopen was het restaurant er. Warme
chocolade en bruine bonensoep werd volop besteld. Na dit warme vocht in het
skirestaurant togen we weer af. Naar beneden ging veel sneller, maar toch maar
in z'n tweede versnelling.
Bij onze standplaats, wat bij
licht een kerkhof bleek met veel zwerfkatten, bleek nu ineens wel een kamping
open te zijn. Een groot deel bracht daar de komende nacht door.
Met Willem, Piet en Jan en de
kookploeg ging ik in Taormina inkopen doen en gas halen. Ik kon een paar
brieven kwijt en ging met Hans en Karin eten kopen. We kochten als toetje een
kaktusvrucht die we eerst proefden. We kregen ook een sinaasappel te proeven en
voelden ons knap achterlijk. We kochten sardientjes, een bak vol, plus nog wat kleinere
visjes. Jan kon nog wel wat afdingen, maar veel kreeg hij er niet af. Ook een
grote vis kon hij er niet bijkrijgen. De sardientjes·werden direkt in de
braadslee op het vuur gestoofd. Arne had een kampvuur aangelegd. Flink heet. De
eerste sardientjes verbrandden. Voor de paar mensen die er toen al waren,
waaronder ondergetekende, was het overdadig smullen. Later kwam er ook
spaghetti en rauwkost bij. Voortreffelijk eten.
's Avonds in de trailer
werd Jos z'n verhaal weer voorgelezen. Dit keer minder suksesvol dan de eerste
keer. Onder de heldere sterrenhemel was het vroeg slapen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten