zaterdag 7 februari 1981

Vroeg op - Gedoucht, hoe lang geleden was dat?, want ik wilde naar Yadakunya. Moest eerst nog langs Herman. Die voelde zich nog goed ziek. Ik vertelde dat hij geen zouttabletten moest nemen en antibiotika moest slikken.
Daarna ging ik in een taxi naar Yadakunya Leprosy Hospital. Voor het ziekenhuis werd ik uitgezet. Sipke kwam naar me toe en begroette me met "de lang verwachte student". De eerste indruk die ik van het ziekenhuis kreeg, was van een groot, mooi ziekenhuis.
De geschiedenis van het ziekenhuis hing in het buro aan de muur. In 1932 opgericht door de missie als lepraziekenhuis. Een oude foto liet zien dat er toen veel staf was. In 1950 werd het ziekenhuis uitgebreid met een groot hospitaal. Tot 1972 bleef dit alles in stand, totdat de missie vrij akuut vertrok. De volgende vier jaar stond alles leeg. In 1976 werd het via Nigeria voornamelijk weer opgebouwd. In 1977 kwam Ton Koorn en twee jaar later Sipke van Belle. Beide door de Nederlandse Stichting voor Leprabestrijding (NSL) uitgezonden. De laatste jaren was het ziekenhuis flink vooruit gegaan en had steeds meer erkenning gekregen. Het personeel werd uitgebreid, waaronder dus een tweede arts. Een maand geleden was er een personeelsstaking geweest en de lonen waren nu verdubbeld. Ook de apparatuur en instrumentarium waren de laatste jaren uitgebreid. In het begin moest een beenamputatie nog met een ijzerzaag gedaan worden! Er was nu een operatiekamer met operatielampen, een verloskamer, en een röntgenapparaat. Ook persoonlijk kregen ze meer erkenning. Ton Koorn was uitgenodigd om de hoofdfunktie te vervullen voor de leprabestrijding in Kano State. Hij zat daar nog een beetje moeilijk mee, omdat dat toch meer administratief werk inhield, en er eigenlijk een Nigeriaan op die plaats thuishoorde, maar aan de ander kant besefte hij dat dit toch weer een stuk erkenning inhield, waar hij al jaren voor gevochten had.
Over de samenwerking met de NSL was hij niet zo tevreden…. Nigeria zat altijd al in het verdomhoekje. Ze kregen weinig geld toegewezen. De NSL prefereerde het vormen van nieuwe projekten, terwijl het onderhoud op z'n minst even belangrijk is. Bovendien waren voor deze nieuwe projekten bijna geen artsen te krijgen en stonden dus leeg. Nigeria ondersteunt Yadakunya vrij goed, maar van Nederlandse zijde was er een duidelijk interessegebrek.
We maakten een rondwandeling over het terrein van Yadakunya. Momenteel waren in het ziekenhuis 130 bedden en verbleven er zo'n 200 patiënten. Het was de laatste jaren steeds meer een algemeen ziekenhuis geworden. Vooral in april waren er veel meningitis-patiënten. Verder ook t.b.-patiënten, die in twee persoonshutten geïsoleerd werden. Stenen hutten met rieten daken. Ook bevallingen deden ze in het ziekenhuis, tenminste als de mensen kwamen. Op het moment dat ik daar zat, kwam een busje met de passende tekst "Wonders shall never end". Vier vrouwen kwamen er met een zwangere vrouw uit. Na een half uur was het kind er en na een uur werd de vrouw al weer weggedragen naar de zaal. Tijdens de weeën huilde, kreunde de vrouw; voor mij leek het op zingen. Per jaar waren er ongeveer 180 bevallingen.
Het hele komplex bestond dus uit de t.b.-hutten, waarbij een tuin was, waar cassave, papajas, uien en sla verbouwd werd. Dan was er een kerk, die in tweeën gedeeld was. Ook hier lagen nu patiënten. Ton legde me het verschil tussen al deze patiënten en  de gradaties in lepra uit.
Naast de kerk stond een huisje, waar nu nog kerk gehouden werd, een kantoor voor Sipke en een school waar beide artsen onderwijs gaven. Ook dat hadden ze op zich genomen, opleiding van eigen personeel en voorlichting voor bepaalde scholen in Kano. 
Dan was er nog het oude deel. De zwarte muur met de ronde stenen hutten met rieten daken, vroeger de separeerafdeling. Het voedsel werd vroeger via het hek doorgegeven. Geen kontakt met patiënten. Nu werd het bewoond door vrouwen. Ze mochten een kind meenemen, maar dat liep meestal uit de hand. Lepra-vrouwen werden vaak verstoten door hun man. Een stukje sociaal werk dus. Onderling huwden leprapatiënten ook nogal eens. Voedsel en dit onderdak werden door de staat verstrekt. De patiënten waren erg wijs met hun arts. Dan was er nog de schoeiselmakerij. De keuken waar grote ovens stonden, grote ketels met takken opgestookt en waar net eten gekookt werd. Het eten zag er goed uit. 140 pannetjes stonden klaar. De keuken leek niet helemaal schoon, maar de KLM had onderzoek gedaan in Nederland op het water in de keuken en dat was goedgekeurd. "Ik weet niet hoe ze het voor elkaar krijgen". De toiletten zagen er wel bouwvallig uit. Ze wachten nu al 3 jaar op verbetering. Nu eindelijk wordt eraan gewerkt. De muur was ingezakt. Een klein beetje geld van de NSL was maar nodig geweest en dit was nooit zo ver gekomen. Dan was er tenslotte het grote ziekenhuis. Mannen-, vrouwenafdeling waar de bedden stonden. Dit was het grootste deel. Er was een T.V. op een patio. Zo'n 25 bedden per zaal met veel lepra in diverse stadia. Ook hier bleek hoe wijs de dokter met de mensen was. Pakte een kind en sjouwde ermee door de zaal. Hield het op de kop. Ook de zojuist bevallen vrouw lag daar. Het kind lag in het wiegje.

LEPRAPATIENTEN
Er zijn twee soorten lepra, nl. de tuberculoide en lepromateuze lepra; daartussen zit nog de borderline lepra. De lepromateuze leprapatiënt is vrij goed herkenbaar, vooral in vergevorderd stadium, de "typische lepralijder". De oorlellen zakken uit en vertonen knobbels, de neus plat af en wenkbrauwen verdwijnen. De andere vorm vertoont zich meer als vlekken op het lichaam en is meer begrensd.
De diagnose is niet altijd gemakkelijk. Volledige zekerheid krijg je met de skin smear. Deze hoeft niet altijd positief te zijn. Tot +6 gaat deze. +6 is besmettelijk. Verder voel je altijd de zenuwen. Bij bilaterale verdikking is het moeilijker om de diagnose vast te stellen. De tuberculoide reakties bij leprapatiënten hebben de volgende kenmerken: zwelling van ledematen, de oppervlakkige sensibiliteit die gestoord is, depigmentatie van de huid en een gestoorde zweetsecretie. Het gevolg hiervan is dat de voeten en handen uitdrogen, ook de ogen doen mee. De patiënten moeten dan ook regelmatig soppen. Verder ervaren ze geen oppervlakkige pijn, waardoor wonden sekundair geïnfekteerd worden en een rottingsproces op gang komt. Als therapie zijn er een aantal medicijnen. DDS is de oudste en wordt nog veel gebruikt. Verder geven ze lampreen, CT en Ciba. De duurdere medicijnen zijn voor hen niet bereikbaar, zoals rifampicine en INL.
's Avonds praatte ik nog een lange tijd met Ton Koorn en z'n vrouw. 's Nachts verbleef ik in het guesthouse.

De tweede dag in Yadakunya ging ik met Sipke langs de patiënten. Bij het buro zaten de eerste hulp-patiënten voor medicijnen. Deze laatsten waren vaak te laat, tot 3 weken toe. Als arts is dat vaak moeilijk werken. Mensen komen vaak te laat of helemaal niet terug en hebben allerlei smoesjes. Sipke gooide hun dossiers op de grond, maar meende het niet echt kwaad. Verder waren er nog problemen met een man uit Zaira, die in Kano State opgenomen wou worden. Een kind met een opgezwollen keel, een submandibulair abces. Hij probeerde het zo te openen, maar dat ging niet. Op de operatietafel maakte hij een sneetje, wel veel bloed, maar geen pus. Een man met een gezwollen hand, die direkt geholpen kon worden. Dit gebeurde allemaal zonder verdoving.
Een man met lepra, had tussen de tweede en derde teen een gangreneus proces. Dit moest bijgewerkt worden. De man aanvaardde dit alles heel gelaten, en als normaal. Er werd flink tussen de tenen gekrabd en vlees en bot weggehaald. Ook een blinde man zat in de "wachtkamer". Hij was veel te laat. Alleen een corneatransplantatie zou helpen, maar dat is hier niet mogelijk. Sipke onderzocht een leprapatiënt (tuberculoid) en ik mocht hierbij zijn. De patches op de rug van deze patiënt waren rood-aktief en donkerder zwart, wat inaktief was. Dit laatste was genezen. In het ziekenhuis bezochten we nog een aantal patiënten. De ene patiënt met de groot opgezette keel (cellulitis). Dinsdag moet hij geopereerd worden. Tot zo lang kon hij alleen met ampicilline behandeld worden. Andere patiënten: een man met facialis parese en Bell's syndroom. Het gevaar voor blindheid is wel groot. Geen zweetsecretie, geen traanvocht, geen wenkbrauwen en wimpers en de ogen kunnen niet gesloten worden. Ze moeten enorm goed uitkijken voor stof in hun ogen en een zonnebril dragen tegen het felle zonlicht. Patiënten met geamputeerde benen. Jonge vrouwen die er heel oud uitzagen, platte borsten , etc.
Het verslag van Yadakunya maakte ik helaas niet af. Ik weet nog wel dat het een enorme indruk op me achterliet. Het was eigenlijk ook m’n eerste kennismaking met een ziekenhuis.
Terug moest ik aan iedereen verslag doen. Herman nog ziek, maar aan het beteren. Karin, Hans en Bernard aan de diarree. Mieke had heerlijk gekookt. Een echte Hollandse salade met mayonaise!
Ik heb me een beetje ontspannen na zo'n drukke dag. Een deel van de groep ging naar de disko met een Nigeriaan. Ze zijn nu net terug. Wel aardig, komputermuziek. Als pooiers zaten ze in de Citroen CX met stuurbekrachtiging. Tegen het dak tikken, big smile. De wereld te rijk. Walgelijk.
Kreeg nog komplimentjes voor m'n kleding. Lange broek + blouse. Ik voelde me een beetje buitenstaander. Ging wat schrijven op de patio. De Zweden houden het ook lang vol. Allemaal slapende mensen op een rij. Emma die er ook bij wil horen. Volop licht.
Met Karin nog even gepraat. Nu weer heel wat andere dingen over de lepra verteld. Het verhaal wordt zo van alle kanten belicht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten