maandag 2 februari 1981

Vandaag moeten we de grens zien te bereiken. 8 uur vertrek. We waren nog 5 km van Zinder af, maar moesten daar eerst naar het buro Commissariaat. In Zinder liepen we wat rond. 's Ochtends had Emma ons wakker gemaakt. Het was net een slapstick, zoals zij dolde met Grika. Ze wou haar matje opruimen, maar Emma verbood dat. Ze ging steeds weer op het matje liggen en sprong tegen Grika op.
In Zinder op het marktje een beursje gekocht van m'n laatste CFA's (300 CFA). Bij de auto kocht ik voor 5 dollar per stuk een mannetje en vrouwtje en ruilde ik m'n jasje tegen 2 portefeuilles van slangeleer. Ook hier veel zieke mensen. Klompvoeten, blind, kreupel, in wagentjes, tot iemand met een geheel vermengd gezicht, waarbij de bovenkaak helemaal weg was. Je kon het oog door de wang heen zien. Stompjes van de ledematen, waarschijnlijk lepra. Afschuwelijk, maar wat kun je er tegen doen. Het leek of ze wel vrede hadden met hun situatie. Ze bedelden wat. Ik wou wel wat geven, maar deed het niet.
Water gehaald, getankt. De landrover eruit. Hamdou en Thea gingen naar Niamey voor een visum voor Hamdou. Eindelijk was het dan zover dat het achterzeil omhoog kon. We zaten net als op een tribune te kijken. Zwaaiden naar de mensen langs de weg. Vrouwen met pannen, schalen op hun hoofd. Fietsen. De dorpjes waar we door heen gingen. Het was heerlijk eens naar buiten te kijken.
's Middags waren we in Magaria, om ons uit te schrijven voor Niger. We konden ons weer wat wassen en wat eten. Daarna nog 20 km naar de grens. We waren wel wat bang gemaakt voor deze douane. "De zwaarste", volgens Jan. We moeten met twee woorden spreken en heel beleefd tot onderdanig toe, doen: “Yes, sir”. We waren in een Engels sprekend land. Maar ze waren heel vriendelijk. Keine Problemen. Welcome. We moesten de deviezen-briefjes invullen en wachtten tot we konden vertrekken. Misschien wel de vriendelijkste grenspost en zeker de snelste. We werden uitgezwaaid! Bij het politieburo bij de grens kregen we stoelen en banken om op te zitten en bij de controle vroegen ze of we geen wapens bij ons hadden. "Bij gevaar, we scream".

Bij de douane nog deze wijsheid:
BE A LEADER NOT A BOSS
The boss drives his men
The leader inspires him
The boss depends on Authority
The leader depends on Gods will
The boss evokes fear
The leader radiates love
The boss says "I"
The leader says "we"
The boss shows who is wrong
The leader shows what is wrong
The boss knows how it is done
The leader shows how to do it
The boss demands respect
The leader commands respect
so be a leader, be not a boss
The Government of Nigeria


Na nog 5 km rijden naar Babura, stopten we voor de nacht. Klein kampvuurtje, geen hout, wel planken. Stickie. Verhalen vertellen voor flessen wijn en bier. Met Karin, Hans, Alouette, Ida en Toos gingen we in het dorpje kijken. We zagen lichten en hoorden muziek. Feest? Door het donkere veld liepen we met zaklantaarns en kwamen in de dorpsstraat. Langs de kant lichtpuntjes. Olielampjes. De winkels waren 's avonds om 7 uur nog open en waarschijnlijk 7 dagen in de week. De muziek kwam uit knetterende transistors. Bij het vuur werd de Koran onderwezen. Plankjes met de Koran erin gegrift. Het werd hardop door elkaar gezongen. Ieder had een ander deel. Ook een vuurtje met kinderen. Ze zaten allemaal met de rug naar het vuur, zodat het licht op het plankje scheen. Naar de mensen zwaaien. Op de terugweg zag ik nog door een kier vrouwen dansen rond een vuurtje. 
Pieter kookte vanavond en zoals vanouds duurde z'n gerecht ontzettend lang. Tegen 11 uur had ik dan als laatste m'n hap ook op. Wel lekker. Geslapen onder de bomen in het bos. Prima.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten